Jaap Bressers is 21 jaar oud als hij zijn nek breekt tijdens een vakantie in Portugal. Hij raakt voor een groot deel verlamd en belandt in een rolstoel. Maar bij de pakken neerzitten doet hij alles behalve. Hij schrijft het boek Waar een wiel is, is een weg en geeft regelmatig presentaties over waar hij mensen aanspoort alles uit het leven te halen en je een vriendelijk verzoek doet: het verschil maken voor een ander. En ik? Ik hang aan zijn lippen.

Vanaf het moment dat hij het podium op rolt heeft hij me. Het zou iets te maken kunnen hebben met de zachte G waar ik altijd een zwak voor lijk te hebben. Al beschrijft hij zijn Brabantse roots als zijn tweede handicap. Waar ik het ene moment dubbel gevouwen lig van het lachen, slik ik op het volgende moment een traan weg. Jaap Bressers, cabaretier en spreker. Ik kende de beste man nog niet maar sinds een paar weken terug is daar gelukkig verandering ingekomen.

Jaap deelt één van zijn meest heftige ervaringen in het leven en vertelt over zijn ultieme A-speler. Dé persoon die voor hem het verschil heeft gemaakt. Op het ene moment is de dan nog 21-jarige Jaap succesvol projectmanager naast zijn studie als International Management. Het volgende moment breekt hij zijn nek tijdens een dagje strand in Portugal. Hij kan niet meer bewegen en op het moment dat hij met zijn gezicht in het water wacht op de dood bedenkt hij zich dat hij niet bang is. Nee, hij is teleurgesteld.

Niet bang maar teleurgesteld.

In de stilte die hij laat vallen voel ik de pijn van zijn teleurstelling. Het is herkenbaar. Ik ben de afgelopen jaren flink teleurgesteld in mezelf geweest op verschillende momenten. Maar ik kan me simpelweg niet voorstellen hoe het is om teleurgesteld te zijn wetende dat je er niets meer aan kan veranderen. Wetende dat je nog maar een paar minuten – misschien seconden – bent verwijdert van het einde.

Jaap heeft mazzel. Een golf zorgt ervoor dat hij met zijn gezicht weer boven komt drijven. Terwijl hij ons meeneemt naar dit moment, haalt hij een paar keer diep adem. Opluchting. Een tweede kans.

Jaap vertelt hoe hij in een ziekenhuis van Portugal belandt. Hij beschrijft zijn eenzaamheid en hoe het erop leek dat het niemand wat interesseerde hoe hij erbij lag. Want tja, duikongevallen waren daar zo’n beetje de normaalste zaak van de wereld. Daar keek niemand echt naar om. Behalve Carlos. De hele zaal ziet een foto van een broeder met een glimlach die een hand heeft gelegd op het bed van Jaap.

Hij pakt hem bij zijn schouders en fluistert: ‘Het is oké’.

Het beeld komt meteen binnen. Het is empathie. Het is meededogen. Het is liefde. Jaap is vanaf borsthoogte verlamd en vertelt hoe Carlos hem bij het stukje schouder pakt waar nog wel gevoel in zit.  “Het is oké,” fluistert Carlos. Het is oké…  Drie simpele woorden die al het verschil maken op het moment dat je het gevoel het dat de wereld onder je voeten lijkt te verdwijnen.

Ik kan niet in jouw leven kijken maar ik denk dat het ons bijna allemaal wel eens is overkomen. En hoe fijn is het dan dat er mensen als Carlos bestaan die ons met weinig woorden het gevoel kunnen laten hebben dat we er niet alleen voor staan.

Het valt me wel eens op dat ik op de seminardagen van 365 dagen succesvol precies op het juiste moment, op de juiste plek naast de juiste persoon zit. Want Jaap nodigt ons uit om met de persoon naast ons een Carlos-moment te delen. Om te vertellen wat je zo waardeert aan deze persoon en tegelijkertijd het te kunnen en durven ontvangen wat de ander je vertelt.

Ik zit naast Merel. Met haar mooie blauwe haren en haar glimmende rok. Nu laat ik het haar zo nu en dan merken maar ik kan haar niet genoeg vertellen hoeveel bewondering ik voor haar heb. Dat ik haar een prachtig persoon vind en dat ik absoluut niet de enige ben die daarover denkt. Merel maakt het verschil door te delen wat er in haar omgaat; zowel haar dromen als haar angsten en onzekerheden. Ze heeft enorm veel liefde voor het leven en wilt niet wachten op de heftige verdrietige momenten van het leven om dit te beseffen. Alsof het leven elke dag als cadeau voor de deur staat pakt ze het uit. Ook als er een keer dikke vette shit in zit. Tegelijkertijd is Merel mijn spiegel. Ik zie in haar de dingen waar ik mee worstel. En ik zie in haar de dingen waar ik naar verlang. Het maakt onze band bijzonder. Al zie ik haar te weinig, ik ben dankbaar dat er een Merel in mijn leven mag zijn. En ik ben dankbaar dat ik het mag uitspreken.

De wereld kan wel wat vaker een Carlos-momentje gebruiken.

We klappen voor Jaap en geven hem een staande ovatie. Ik ben moe want het is een gekke week geweest en het zullen gekke weken worden. Haastend naar de trein realiseer ik me dat ik mijn OV-chipkaart nog moet opladen. Ik erger me aan de dame die voor me loopt te treuzelen totdat ze zich naar me omdraait en me vraagt ‘Can you help me please?’ Nu zijn er veel dingen praktisch aan die kaart maar niet voor een toerist die slechts één dag in Nederland verblijft en voor een paar haltes met de metro 12,50 moet betalen. Ik stel haar gerust, zoek het één en ander met haar uit, help haar met de spullen die ze uit stress laat vallen en escorteer haar naar de metro. Iedereen verdient een Carlos-momentje.

Wat ik leer van dit alles is dat ik niet wil wachten op de volgende keer dat ik teleurgesteld in mezelf ben, dat ik vaker risico’s wil nemen, dat ik nog vaker dankbaar mag zijn voor de mensen in mijn leven en dat ik me soms wat vaker over mijn gêne heen mag zetten om er voor de ander te zijn. Omdat ik daar zin in heb. Omdat ik ervan geniet. Omdat ik niets terugverwacht maar het gewoon fijn vind om te doen. Zonder bang te zijn of de ander daar wel op zit te wachten. Want laten we eerlijk zijn: De wereld kan wel wat vaker een Carlos-momentje gebruiken.